Diagnostiek

Diagnostiek

Diagnostisch onderzoek bij het AEC
Bij het AEC doen we altijd breed onderzoek en kijken we nooit alléén naar autisme. Het doel is om meer zicht te krijgen op de onderliggende oorzaken van de problemen die iemand ervaart, waarbij autisme één van de hypotheses is. We vinden het dan ook erg belangrijk dat men open het onderzoek kan ingaan. Een sterke overtuiging van autisme, of diagnostiek alleen zien als middel om de diagnose te krijgen, geeft het risico dat de vragen worden beantwoord vanuit dit ‘frame’. Om die reden raden we mensen af om van tevoren veel te lezen over autisme of om de whitepapers en het autisme-interview te lezen. Een open houding geeft het meest betrouwbare resultaat, zo is de ervaring!
We stellen alleen autisme vast als de gedragskenmerken gedurende het gehele leven spelen en tot beperkingen/problemen leiden. Hierbij kijken we goed naar de kindertijd en de vroege volwassenheid. Het onderzoek naar autisme bestaat vooral uit gesprekken en observaties. Autisme is namelijk een gedragsdiagnose en kan dus niet gediagnosticeerd worden met (neuro)psychologische tests of op basis van informatieverwerking. Bij het onderzoek naar autisme spreken we altijd de persoon zelf én een belangrijke ander zoals een broer of zus (ook wel ‘hetero-anamnese’ genoemd).
De andere hypotheses onderzoeken we middels gesprekken, vragenlijsten en soms een intelligentie-onderzoek.
Het diagnostisch traject wordt altijd afgesloten met een uitslaggesprek en één of meer behandelsessies. Het onderzoek kan best veel van uw vragen en het betreft een intensief traject. Het is belangrijk om dit te realiseren en ervoor te zorgen dat u hier voldoende psychische en praktische ruimte voor hebt.

Hoe ziet het traject eruit?
De trajecten hebben meestal een duur van ongeveer 12 sessies van 45 minuten. De afspraken vinden meestal plaats op een vaste dag en tijd. Verzetten is helaas niet mogelijk, omdat op andere tijden andere cliënten ingepland staan. Wel kan een deel van de afspraken online plaatsvinden. We vinden het belangrijk om u tijdens één van de eerste drie afspraken in Eemnes te zien. Verder is het de bedoeling dat bij afspraak 2, 3 en 4 iemand anders aanwezig is, die u goed en al lange tijd kent, liefst vanaf de kindertijd. Dit kan bijvoorbeeld een broer of zus zijn. Het heeft onze voorkeur dat alle keren dezelfde persoon meekomt. 

De afspraak kan met één of twee hulpverleners zijn. De tweede persoon maakt gespreksaantekeningen. Meestal wordt één van de afspraken besteed aan het invullen van vragenlijsten. De hulpverlener is hierbij aanwezig om u te begeleiden. Voor de validiteit en betrouwbaarheid van de resultaten is het namelijk belangrijk dat er vragen gesteld kunnen worden wanneer bepaalde stellingen/items niet duidelijk zijn.
Tussentijds worden geen uitslagen gedeeld, dit gebeurt pas tijdens het uitslaggesprek. We hebben namelijk een compleet en zo volledig mogelijk beeld nodig om definitieve uitspraken te kunnen doen.

Wat kunt u van de verschillende afspraken verwachten?
Afspraak 1:
Dit is het intakegesprek. U kunt alleen komen, maar ook samen (net wat prettiger is). Tijdens deze afspraak worden, aan de hand van het door u ingevulde aanmeldformulier), uw klachten goed uitgevraagd. Op basis hiervan vormen we hypotheses over wat er zou kunnen spelen naast, of in plaats van autisme. 

Afspraak 2, 3 en 4
Tijdens deze afspraken vindt de anamnese en hetero-anamnese plaats. Het is dus de bedoeling dat u iemand meeneemt naar deze afspraken. Iemand anders kan namelijk belangrijke aanvullende informatie geven en ziet dingen die u zelf misschien niet herkent. Het is belangrijk dat de andere persoon zo objectief mogelijk is. Als er bijvoorbeeld sprake is van relatieproblemen, dan kan dit de objectiviteit van de partner beïnvloeden (en soms ook van de persoon zelf). Dan is het verzoek om iemand anders te vragen (zoals een broer of zus). Het hoeft niet perse een familielid te zijn, een vriend, vriendin of collega kan ook. Het is belangrijk om te realiseren dat u ons aanspreekpunt bent. We kunnen, in verband met privacy redenen, niet zomaar apart met bijvoorbeeld uw partner in gesprek gaan of vragen beantwoorden. Mocht er, na de drie gesprekken, aanvullende informatie van iemand anders nodig zijn, dan bespreken we dit met u. 

Afspraak 5, 6 en 7
Deze afspraken wisselen sterk van inhoud. Tijdens één van deze afspraken worden vragenlijsten afgenomen. De andere afspraken worden vaak besteed aan het onderzoeken van alternatieve hypotheses, zoals de aanwezigheid van ADHD of een persoonlijkheidsstoornis. Helaas is het niet altijd mogelijk om alle hypotheses te onderzoeken, we doen wat we kunnen. Eén van deze sessies kan ook worden besteed aan een gesprek met iemand anders die u goed kent, mocht de informatie uit afspraak 2, 3 en 4 nog onvoldoende duidelijk zijn. Soms nemen we een intelligentietest af tijdens één of twee van deze afspraken. Soms gaat een onderzoek wat sneller en kan tijdens één van deze afspraken al de uitslag van worden besproken. Dan kan eerder worden gestart met de behandelsessies. 

Afspraak 8- 12
Deze afspraken kunnen sterk wisselen. Het kan zijn dat de meeste van deze afspraken nog nodig zijn voor de diagnostiek, soms starten we al met de behandeling. Diagnostisch onderzoek moet namelijk in principe altijd gecombineerd worden met behandeling. Dit is een eis/regel van verschillende zorgverzekeraars om de zorg te kunnen vergoeden. Het is dus niet gebruikelijk om na de uitslag van het onderzoek het traject te stoppen, bijvoorbeeld als er geen autisme uitkomt. 

Wat kunt u van het verslag verwachten?
Doordat de tijd voor verslaglegging is geminimaliseerd, is het niet meer mogelijk om een verslag te maken waarin we uitgebreid en aan de hand van voorbeelden uitleggen waarom we tot bepaalde conclusies komen. We hadden dit heel graag anders gezien, echter het zorgprestatiemodel sluit een dergelijke grondige manier van werken uit. Dit betekent dat we u op papier alleen een uitgebreide samenvatting, conclusie en adviezen kunnen meegeven. Verder is er geen of slechts zeer beperkte tijd om E-mails met extra informatie te lezen, het advies is om eventuele aanvullende informatie tijdens de afspraken te benoemen. De onderzoeker zal aangeven in hoeverre de informatie relevant is voor de onderzoeksvraag. Extra informatie vanuit E-mails zal ook niet worden toegevoegd aan het verslag, gezien de beperkte administratieve tijd.

De aantekeningen die tijdens de gesprekken (op papier of op de computer) worden gemaakt, vallen onder persoonlijke werkaantekeningen die niet tot het dossier behoren (conform artikel 15D van de wet aanvullende bepalingen verwerking persoonsgegevens in de zorg). Alleen een samenvatting hiervan zal in het verslag worden weergegeven.

Als er vragen zijn over het diagnostiekverslag, dan kunnen deze niet per E-mail gesteld worden. U kunt uw vragen wel stellen tijdens de behandelgesprekken. U kunt dan samen met uw hulpverlener beslissen waar u de tijd aan wilt besteden. Mochten er redenen zijn om het verslag aan te passen dan zal dit tijdens de sessies plaatsvinden.